Hoeveel pensioen krijg je als zelfstandige?

Nu veel babyboomers met pensioen gaan, stellen meer en meer mensen zich de vraag hoe het zit met hun toekomstig pensioen. Zal er nog genoeg geld zijn om de wettelijke pensioenen te blijven betalen? En hoeveel zal het pensioen bedragen? Zelfstandigen maken zich daarbij nog meer zorgen dan de anderen. Terecht, want het gemiddeld pensioen van zelfstandigen ligt een pak lager dan van werknemers en zeker van ambtenaren. Bovendien stijgt onze levensverwachting alsmaar. Wat mogen zelfstandigen van hun pensioen verwachten? Wat kunnen ze doen om hun pensioen te verhogen en hoe kunnen ze zich voorbereiden op een langer leven?

Hoeveel pensioen krijg je als zelfstandige
In dit artikel

    1.

    Waarvan hangt het wettelijk pensioen van zelfstandigen af?

    Wanneer een zelfstandige de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, of in aanmerking komt voor vervroegd wettelijk pensioen, krijgt hij een wettelijk pensioen.

    Het wettelijk pensioen van zelfstandigen wordt bepaald aan de hand van:

    • de duur van de loopbaan: hoe langer iemand gewerkt heeft, des te hoger het wettelijk pensioen.
    • hoeveel iemand verdiend heeft: hoe hoger de inkomsten, des te hoger het wettelijk pensioen. Al wordt het loon waarop je pensioen berekend wordt op een bepaald niveau geplafonneerd en wordt ook het wettelijk pensioen op een bepaald punt begrensd tot een maximumpensioen.  Er zijn bovendien ‘gelijkgestelde periodes’: dit zijn periodes van inactiviteit die voor de berekening van het wettelijk pensioen toch beschouwd worden als ‘gewerkt’. Voorbeeld hiervan zijn periodes van ziekte.
    • Het statuut: het wettelijk pensioen van een ambtenaar ligt hoger dan dat van zelfstandigen, omdat het anders berekend wordt. De wettelijke pensioenen van zelfstandigen en werknemers worden sinds enkele jaren op dezelfde manier berekend, al geldt dit enkel voor de jaren sinds de aanpassing. Voor de jaren voordien geldt nog steeds de verschillende berekening.

    Heb je een gemengde loopbaan, bijvoorbeeld doordat je een aantal jaar ambtenaar was en de rest van je loopbaan zelfstandige? Dan zal je wettelijk pensioen voor beide statuten afzonderlijk berekend worden. Je totale pensioenuitkering is dan de som van die afzonderlijke pensioenen.

    2.

    Een minimumpensioen voor de zelfstandigen

    Er is ook een minimumpensioen van kracht. Sinds 1 mei 2024 bedraagt dat 1.773,34 euro (bruto) per maand voor een alleenstaande en 2.215,98 euro (bruto) per maand voor een gezinspensioen. Om in aanmerking te komen voor dit minimumpensioen, moet je minstens 30 jaar gewerkt hebben. Daarin zitten ook de zgn. gelijkgestelde periodes, zoals ziekte, moederschapsrust, vaderschapsverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof. Opgelet, het minimumpensioen wordt proportioneel berekend. Wie maar 35 jaar werkte, heeft dus recht op 35/45 van het minimumpensioen.

    3.

    De afschaffing van de "correctiecoëfficiënt" voor de pensioenberekening

    Tot en met loopbaanjaar 2020 werd er een correctiecoëfficiënt toegepast bij de berekening van het pensioen van zelfstandigen. Concreet betekende dit dat het pensioen van zelfstandigen berekend werd op slechts 69% van hun beroepsinkomen. Sinds loopbaanjaar 2021 is dat afgeschaft en wordt dus 100% van het inkomen van zelfstandigen in rekening gebracht voor het pensioen. Ondanks de afschaffing van de correctiecoëfficiënt blijft het gemiddelde wettelijk pensioen van zelfstandigen een stuk lager dan dat van werknemers en ambtenaren. In 2023 bedroeg het gemiddeld wettelijk pensioen van ambtenaren € 3.381, van werknemers € 1.615 en van zelfstandigen € 1.156 (brutobedragen). Zelfstandigen met een gemengde loopbaan kunnen rekenen op gemiddeld €1.621 bruto (Bron: Pensionstat, 2023).

    Je doet er als zelfstandige dan ook goed aan om zelf te sparen voor een aanvullend pensioen, dat je toelaat om na je pensionering je levensstandaard te behouden. Er is op dat vlak nog heel wat werk aan de winkel voor zelfstandigen, zo blijkt ook uit de Financiële Gemoedsrust Barometer van NN. Deze enquête maakt ook duidelijk dat de helft van de niet-gepensioneerde zelfstandigen niet weet hoeveel hij moet bijeensparen voor zijn pensioen.

    Doe hier de test om te weten hoeveel je nodig hebt bovenop je wettelijk pensioen.

    4.

    Hoe zorg je als zelfstandige voor een aanvullend pensioen?

    De zelfstandige blijft dus duidelijk voor een stuk op zichzelf aangewezen om van zijn pensioen een leefbaar pensioen te maken. Dat kan op verschillende manieren. Zo is er het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ), en voor zelfstandigen met een vennootschap de individuele pensioentoezegging (IPT). Verder bestaat er ook een Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ). Daarnaast kunnen zelfstandigen ook aan pensioensparen en langetermijnsparen doen, alsook vrij sparen en beleggen zonder fiscaal voordeel.

    Je hebt dus als zelfstandige heel wat opties om een aanvullend pensioen bijeen te sparen.

     

     


    Bepaal hier zelf je pensioentype en krijg het recept voor een lang en gelukkig leven.


    Wil je meer weten? Lees dan zeker deze boeiende blogartikels:

     

    Heb je nog vragen, opmerkingen of suggesties?

    Deel dit artikel