Een loontrekkende kan zijn pensioen ook aanvullen
Voor de loontrekkenden uit de privésector bestaat er gelukkig de tweede pijler van het pensioenstelsel. Dit is voor hen de mogelijkheid bij uitstek om hun pensioen aan te vullen. De tweede pijler is een pensioen dat rechtstreeks aan de beroepsactiviteit gebonden is en dat in het kader van die beroepsactiviteit werd opgebouwd. Het is altijd vrijblijvend. Groepsverzekeringen zijn in het geval van loontrekkenden het beste en het meest bekende voorbeeld van een aanvullend pensioen. Dat het systeem zo populair is, is te danken aan het feit dat het voor de loontrekkende interessant is als aanvulling van het pensioen, en voor de werkgever fiscaal aantrekkelijk.
Ook loontrekkenden kunnen gebruik maken van de derde pijler van het pensioenstelsel om hun pensioen aan te vullen. Ook voor hen zijn pensioensparen en/of een levensverzekering/langetermijnsparen interessant, zowel als aanvullend pensioen voor later, als – fiscaal gezien – op het ogenblik zelf. En zoals voor de twee andere statuten, is de zogenaamde vierde pijler, het vrij individueel sparen of beleggen voor een aanvullend pensioen zonder fiscale bonus (spaarrekeningen, obligaties, aandelen, enz.), ook voor de bedienden belangrijk. En we spreken dan nog niet van de vijfde pijler, het eigen vermogen, waaronder meestal het eigen huis.
De loontrekkenden uit de privésector zijn dan misschien wel niet de meest begunstigde gepensioneerden, hun pensioen ligt niet ver van het nationale gemiddelde. Maar ook zij kunnen het een en het ander doen om ervoor te zorgen dat hun oude dag iets comfortabeler wordt. Zeker wanneer je eraan denkt dat we gemiddeld allemaal langer leven!
Bereken nu zelf
Bereken zelf hoeveel je nodig hebt bovenop je wettelijk pensioen.