Kan je deeltijds werken als werknemer en zelfstandige zijn in bijberoep?

In 2022 waren er meer dan 1,25 miljoen zelfstandigen in ons land. 313.530 daarvan waren zelfstandig in bijberoep. Kan je zelfstandige in bijberoep zijn wanneer je slechts deeltijds werkt?

Deeltijds werken als werknemer en zelfstandig in bijberoep
In dit artikel

    De hoofdvoorwaarde: je moet een hoofdactiviteit hebben

    De eerste en voornaamste voorwaarde om zelfstandige in bijberoep te mogen zijn, is dat je al een hoofdactiviteit hebt.  Onder hoofdactiviteit verstaat men een beroepsbezigheid voor rekening van een werkgever of het genieten van een vervangingsinkomen als gevolg van een niet meer uitgeoefende andere beroepsactiviteit als bezoldigde werknemer of ambtenaar.

    Deze hoofdactiviteit moet minstens gelijk zijn aan een halftijdse betrekking. Anders gezegd, deze activiteit moet uitgevoerd worden gedurende minstens de helft van het aantal uren die gepresteerd worden door een voltijdse werknemer in dezelfde onderneming of sector. Vermits de meeste mensen in ons land een werkweek van 38 uren hebben, volstaat het dus meestal om een arbeidscontract van 19 uur of meer te hebben om een nevenactiviteit als zelfstandige te kunnen uitoefenen.

    Opgelet, voor bepaalde beroepen met andere werktijden gelden andere criteria: een vastbenoemde leerkracht moet zelfs 60 % van een volledig lesrooster hebben om een bijberoep te mogen uitoefenen, een contractuele leerkracht 50 % van een lesrooster.

     

    Wat als je halftijds werkt, of meer?

    Er zijn dus geen beperkingen voor wie halftijds of meer werkt. Deze persoon mag zelfstandige in bijberoep zijn of worden.

     

    En als je minder dan halftijds werkt?

    Hier moet een ander onderscheid gemaakt worden. Zelfstandige in bijberoep worden, is niet hetzelfde als zelfstandige in bijberoep blijven. De regels voor de zelfstandige in bijberoep die minder dan een halftijds contract heeft, zijn gelijkaardig aan de regels voor de werkloze zelfstandigen in bijberoep.

    Wat houdt dit in? Wie zelfstandige in bijberoep was vóór zijn deeltijds contract, mag zijn nevenactiviteit verder uitoefenen en ook werkloosheidsuitkeringen genieten, mits het naleven van 4 strikte voorwaarden.

    • Je moet het bijberoep reeds gedurende ten minste 3 maanden voorafgaand aan je uitkeringsaanvraag uitgeoefend hebben tijdens je tewerkstelling als werknemer.
    • Je moet het bijberoep aangeven op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag. Bij het aanvragen van de uitkering wordt duidelijk de vraag gesteld: "oefent u een bijkomstige activiteit uit?" Als je een bijberoep uitoefent zonder aangifte ervan, zul je je uitkeringen moeten terugbetalen en meerdere weken van het recht op uitkeringen worden uitgesloten. Een vervolging voor een strafrechtbank is eveneens mogelijk.
    • Deze activiteit mag tijdens de week niet overdag (tussen 7 en 18 uur) uitgeoefend worden.
    • Bepaalde activiteiten, zoals beroepen die alleen na 18 uur uitgeoefend worden (bijv. nachtwaker), zijn ook verboden.

     

    Het voordeel "Springplank naar zelfstandige"

    Voor wie minder dan halftijds werkt en zelfstandige in bijberoep wenst te worden, lag de situatie moeilijker. Omdat de overheid zoveel mogelijk mensen wil aanzetten om uit de werkloosheid te stappen, werd het voordeel "Springplank naar zelfstandige" ingevoerd voor wie eraan denkt als zelfstandige te beginnen. Hierdoor kunnen mensen hun werkloosheidsuitkeringen gedurende maximum 12 maanden verder ontvangen, terwijl zij ook een nevenactiviteit als zelfstandige uitoefenen.

     Er gelden hiervoor echter strikte voorwaarden, die gelijktijdig vervuld moeten worden:

    • Je moet je zelfstandige activiteit aangeven bij de uitkeringsaanvraag. Als je al uitkeringen ontvangt, moet je dit doen vóór het begin van de activiteit.
    • Je mag je activiteit als loontrekkende niet stopgezet of verminderd hebben om het voordeel "Springplank naar zelfstandige" te verkrijgen.
    • Je mag gedurende de zes voorafgaande jaren deze nevenactiviteit niet als hoofdactiviteit uitgeoefend hebben.
    • Je mag geen beroep doen op derden om je de kennis inzake bedrijfsbeheer en de specifieke competenties te bezorgen om je activiteit uit te oefenen.
    • Je mag je activiteit als loontrekkende niet uitoefenen in het kader van het voordeel "Springplank naar zelfstandige".
    • Je mag geen kunstwerkuitkeringen ontvangen.

    Afgezien van de werkloosheidsuitkeringen is het ook belangrijk rekening te houden met de inkomensgrenzen voor een bijberoep. Verdien je te veel, dan word je als zelfstandige in hoofdberoep beschouwd.

    In elk geval gelden twee grote principes om niet in de problemen te geraken.

    • Je moet alles aangeven.
    • Laat je bijstaan bijstaan door personen die de reglementen goed kennen (RVA, ondernemingsloket, sociaal verzekeringsfonds, vakbond, ...)

     


    Zelfstandige in hoofd- of bijberoep? NN heeft voor jou de juiste oplossing voor een aanvullend pensioen.

     

    Heb je nog vragen, opmerkingen of suggesties?

    Deel dit artikel