De zin en onzin van uw BMI

Uw BMI (Body Mass Index) geeft op een snelle en eenvoudige manier weer of u al dan niet aan overgewicht lijdt en dus bepaalde gezondheidsrisicos loopt. Hoewel uw BMI een goeie graadmeter kan zijn, is er méér om rekening mee te houden dan enkel die eenvoudige formule.

 

In dit artikel

    BMI (Body Mass Index) of Queteletindex werd in de negentiende eeuw bedacht door wiskundige Adolphe Quetelet. Het was en is nog steeds een manier om volwassen mensen volgens hun lengte en gewicht in te delen in verschillende categorieën.

    BMI berekenen
    De index wordt berekend door het gewicht (in kilo’s) te delen door de lengte (in meters) in het kwadraat. Een man van 1,80 meter die 80 kilogram weegt, heeft dus een BMI van 24,7.

    De categorieën
    Het resultaat van deze berekening wordt gebruikt als een soort graadmeter voor onder- en overgewicht bij volwassenen. De categorieën:

    • BMI lager dan 18,5: ondergewicht
    • BMI tussen 18,5 en 25: normaal gewicht
    • BMI tussen 25 en 27: licht overgewicht
    • BMI tussen 27 en 30: matig overgewicht
    • BMI tussen 30 en 40: ernstig overgewicht
    • BMI hoger dan 40: ziekelijk overgewicht (morbide obesitas)

    De valkuilen
    Het BMI gaat uit van een zogenaamde ‘gemiddelde mens’. Alleen is elke mens natuurlijk uniek en verschilt iedereen qua bouw, botstructuur en vetmassa. Spieren bijvoorbeeld zijn zwaarder dan vet, waardoor mensen die veel sporten misschien méér wegen dan iemand die niet vaak beweegt. Zo kan het gebeuren dat een gezond en sportief iemand toch een hoge en misschien zelfs té hoge BMI-waarde heeft. De Body Mass Index kan dus een goeie indicator zijn voor de gemiddelde persoon, maar is dat zeker lang niet altijd.

    Buikomtrek
    Een betere manier om te bepalen of iemand al dan niet aan overgewicht lijdt,, is de hoeveelheid vet berekenen. Té veel vet ter hoogte van de buik brengt verhoogde gezondheidsrisico’s met zich mee. De opstapeling van dit buikvet, dat zich tussen de organen bevindt, kan het risico op hart- en vaatziekten verhogen en beïnvloedt ook het risico op diabetes. Bij een arts kan u uw vetpercentage laten berekenen, maar u kan ook zelf aan de slag door uw buikomtrek te meten.

    Hoe meten?
    Bind een meetlint rond de buik, tussen de bekkenrand en de onderste ribbenkast, ongeveer ter hoogte van de navel. Adem uit en meet de omtrek.

    De resultaten?
    Voor vrouwen ligt de ‘gezonde’ grens op een buikomtrek van 80 centimeter. Voor mannen ligt die grens op 94 centimeter.

    Deel dit artikel