Beleggen in 2026: kansen, verrassingen en valkuilen

De voorbije maanden schommelden de markten tussen euforie en nervositeit. AI ontwikkelde zich in ongezien tempo, geopolitieke gebeurtenissen volgden elkaar snel op en verschillende regio’s bewogen elk in hun eigen richting. Tijdens een webinar van NN gaf Portfolio Manager Evert Van Meeuwen een heldere inkijk in deze turbulente periode én in wat 2026 mogelijk brengt.

gettyimages-1663278565.jpg
In dit artikel

    AI blijft het marktdebat domineren

    AI speelde de voorbije maanden een opvallend grote rol in de financiële actualiteit. Steeds vaker klinkt de vraag of er sprake is van een bubbel, en zo ja, of die op barsten staat.

    De lancering van het Chinese DeepSeek, dat bijzonder goedkoop geproduceerd werd, zette die discussie nog verder op scherp. In vergelijking met de enorme investeringen van de Amerikaanse technologiereuzen lijkt het model van DeepSeek te suggereren dat dezelfde prestaties met veel minder middelen kunnen worden bereikt. Dat doet beleggers nadenken over de efficiëntie van de miljarden die Big Tech momenteel in AI pompt.

     

    Tarieven, technologie en oplopende nervositeit

    Vanaf begin april bewogen de markten sterk onder invloed van de tarieven van Trump. Dat effect is intussen afgezwakt, net zoals de tarieven zelf. Tegelijk verschoof binnen AI de aandacht steeds meer richting ‘agentic AI’: toepassingen die zelfstandig acties kunnen ondernemen en dus verder gaan dan klassieke chatbots.

    Ondertussen bleven de beurzen stijgen, wat leidde tot nieuwe bezorgdheid in de media. Sommige analyses suggereerden zelfs dat een barstende AI-bubbel een waardeverlies tot 8% voor Amerikaanse huishoudens zou kunnen veroorzaken.

    Nvidia werd daarbij het meest sprekende voorbeeld. Het bedrijf was eerder vorige maand vijf biljoen waard, meer dan het bbp van eender welk land behalve de VS en China. Hoewel de koers sinds november met ongeveer 10% is gedaald, blijven de meeste analisten positief. Toch wijst de Fear & Greed-index op een duidelijke nervositeit onder beleggers.

     

    Waarom de markt toch zenuwachtig wordt

    De sterke concentratie binnen de beursindexen speelt een belangrijke rol. De koersen van grote technologiebedrijven zijn de voorbije twee jaar enorm gestegen; zonder hun bijdrage zou de marktstijging veel beperkter zijn geweest. Ondanks die sterke waarderingen blijven ze aantrekkelijk vanwege hun hoge marges, lage schulden en aanzienlijke cashflows die naar aandeelhouders vloeien.

    Wat 2025 bijzonder maakt, is dat Big Tech veel meer is beginnen investeren dan voorheen. Waar ze vroeger minder dan een derde van hun operationele cashflow herinvesteerden, loopt dat nu op tot ongeveer 60%, vooral in AI en datacenters. Wanneer zulke investeringen niet snel genoeg opleveren, groeit de bezorgdheid over de hoge waarderingen.

    Bovendien kwamen er vragen bij over circulaire geldstromen binnen de sector. Zo investeert Nvidia 100 miljard in OpenAI, waarna OpenAI grote hoeveelheden Nvidia-chips aankoopt. De achterliggende reden voor deze investeringsgolf is dat technologiebedrijven vrezen dat één speler door AI een dominante positie zou verwerven. Daarom gaan ze allemaal “all-in”.

     

    Zitten we in een bubbel? De waarderingscontext

    De vraag blijft of de huidige markt zich in een bubbel bevindt. Momenteel noteren de grote technologie bedrijven in de VS aan ongeveer 25 à 26 keer de winst. Tijdens de dotcomcrisis lag dat bijna dubbel zo hoog, en eind jaren ’80 noteerde Japan zelfs aan 67 keer de winst. In dat licht lijken de waarderingen minder extreem, al blijft voorzichtigheid aangewezen.

    Diversificatie blijft dan ook essentieel. Dat kan bijvoorbeeld door te beleggen in andere regio’s. Chinese tegenhangers zijn vaak veel goedkoper gewaardeerd, zoals Alibaba tegenover Amazon of BYD tegenover Tesla. Tegelijk kampt China met een deflationaire omgeving en een recente vastgoedcrisis, wat de afweging minder vanzelfsprekend maakt. Wel valt op dat groeilanden na vier moeilijke jaren opnieuw goede prestaties hebben neergezet.

    Voor Europese beleggers presteerde Europa in de voorbije periode beter dan de Verenigde Staten. De waarderingen spelen daarbij een duidelijke rol: Europese aandelen noteren vandaag aan 16,7 keer de winst, terwijl de VS aan 27,8 en China aan 15,1 noteert. Dergelijke waarderingsniveaus worden doorgaans als betrouwbare indicatoren voor de lange termijn beschouwd.

    Daarnaast kan het beleid van Trump hebben bijgedragen aan de relatieve verzwakking van de Amerikaanse markt. Na de beruchte Oval Office-meeting met Zelensky kwam Europa immers meer in beweging, met toegenomen investeringen in defensie, infrastructuur en andere strategische domeinen. Ook de tijdelijke tarieven rond “Liberation Day” hadden een impact, al zijn die intussen afgezwakt.

     

    Amerikaanse beurswinsten anders bekeken door een zwakkere dollar

    De sterke prestaties van Amerikaanse aandelenindexen moeten genuanceerd worden. Ze gelden in de eerste plaats in dollar. Voor Europese beleggers ziet het beeld er minder overtuigend uit, omdat de dollar fors is gedaald tegenover de euro. Die daling hangt samen met verschillende factoren: de onzekerheid rond Trumps beleid, zijn confronterende houding tegenover andere landen, de sterk gestegen Amerikaanse overheidsschuld en de druk die hij uitoefent op de Federal Reserve om de rente te verlagen. Een lagere rente betekent meer geld in omloop en dus een verzwakkende dollar.

    De hogere goudprijs past in datzelfde verhaal. Beleggers zoeken opnieuw een onderliggende waarde die zijn koopkracht behoudt. Cryptomunten blijven in dat opzicht erg volatiel.

     

    Duurzaamheid: verschillende aanpakken afhankelijk van de regio

    Ook op het vlak van duurzaamheid lopen de grote economische blokken uiteen. In de Verenigde Staten overheerst vandaag vooral ontkenning. Europa kiest voor sterke, en volgens sommigen zelfs overdreven, regulering. China zet dan weer volop in op massaproductie, onder andere van zonnepanelen en elektrische voertuigen. Die verschillende benaderingen bepalen mee hoe het duurzaamheidsdebat zich wereldwijd ontwikkelt.

                                                              

    IMF verwacht stabiele, maar uiteenlopende groei

    Volgens het IMF mogen we de komende jaren uitgaan van een normale wereldwijde groei rond 3%. Voor Europa ligt de verwachting iets boven 1%, net zoals voor België. China zou uitkomen op iets meer dan 4% groei, wat lager ligt dan in de voorbije jaren. India blijft met een verwachte groei van ongeveer 6% de sterkste motor. Alles samen resulteert dat in een globale groei tussen 2 en 3%.

     

    Vooruitzichten voor inflatie en beurzen    

    Na de inflatieschok van enkele jaren geleden grepen centrale banken krachtig in om de inflatie te temperen. Dat is gelukt. De markt verwacht in Europa geen verdere renteverlagingen, terwijl in de Verenigde Staten wel nog verlagingen worden ingecalculeerd. De inflatie is er opnieuw licht gestegen, en ook bestaat het risico dat de huidige tarieven inflatoir werken.

    De aandelenmarkten blijven moeilijk te voorspellen, maar langetermijnverwachtingen geven wel richting. BlackRock ziet Europese aandelen de komende tien jaar jaarlijks iets meer dan 5% stijgen, en iets minder voor de Verenigde Staten. Invesco verwacht meer dan 6% jaarlijkse groei voor zowel groeilanden als Europa. Wat die prognoses ook verschillen, één principe blijft overeind: spreiding en diversificatie blijven essentieel voor beleggers.

     

    De belangrijkste inzichten voor beleggers richting 2026

    Het macro-economische beeld blijft gematigd positief, met een verwachte wereldwijde groei rond 3% en duidelijke verschillen tussen regio’s. AI blijft tegelijk motor en risico voor de markten. De euforie rond nieuwe toepassingen, zoals agentic AI, gaat gepaard met toenemende nervositeit en bubbelvrees. Aan de basis hiervan liggen de hoge waarderingen, zware investeringen en een sterke concentratie in enkele grote technologiebedrijven. 

    In de huidige economische context blijft diversificatie cruciaal: waarderingen lopen sterk uiteen tussen regio’s, een zwakkere dollar weegt op het rendement van Amerikaanse aandelen voor eurobeleggers en er heerst rente-onzekerheid. Spreiding blijft zo de beste bescherming richting 2026. Tegelijk loont het om het langetermijnperspectief niet te verliezen: historisch hebben dynamisch beleggen en aandelen op langere termijn de sterkste resultaten neergezet, en ook vandaag wijzen veel langetermijnverwachtingen nog steeds in die richting. Voor wie koopkracht wil beschermen, is investeren daarom vaak noodzakelijk: een spaarboekje biedt zekerheid, maar die zekerheid is meestal ook dat je koopkracht geleidelijk afkalft.

     

    Slim beleggen en je vermogen opbouwen?

    Ontdek onze opties om je vermogen op te bouwen >

     

    Deel dit artikel