Nieuwe meerwaardebelasting: wat verandert er voor je levensverzekering of pensioensparen?

De federale regering bereikte recent een akkoord over de invoering van een meerwaardebelasting. Daarmee wil ze vermogenswinsten op heel wat financiële producten belasten. Maar wat betekent dit concreet voor jouw levensverzekering of pensioensparen?

We zetten de belangrijkste punten op een rij.

gettyimages-1252473576.jpg
In dit artikel

    Wat houdt de nieuwe meerwaardebelasting in?

    De nieuwe regeling voorziet in een belasting van 10% op gerealiseerde meerwaarden op een brede waaier aan financiële producten. Ze is van toepassing vanaf 1 januari 2026, en geldt voor natuurlijke personen, maar ook voor bepaalde rechtspersonen, zoals vzw’s en andere verenigingen. Fiscaal erkende verenigingen die aftrekbare giften ontvangen, worden expliciet vrijgesteld.

    Je betaalt belasting op de meerwaarde die je realiseert bij de verkoop van een financieel product. Er geldt bovendien een jaarlijkse vrijstelling van €10.000 aan meerwaarden. Gebruik je die niet, dan kun je het bedrag tot vijf jaar lang cumuleren, met een maximum van €15.000. In de praktijk zal het waarschijnlijk interessanter zijn om de vrijstelling elk jaar effectief te benutten.

    De algemene regel is dat de meerwaardebelasting alleen geldt wanneer er geen roerende voorheffing van toepassing is. Is dat wel het geval, dan krijgt de roerende voorheffing voorrang.

    Spaar- en termijnrekeningen vallen buiten de meerwaardebelasting, net als producten uit de tweede en derde pensioenpijler.

     

    Wat is er wél belastbaar?

    De belasting geldt onder andere voor de meerwaarden gerealiseerd op:

    • Aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, ETF’s
    • Niet-fiscale levensverzekeringen: niet-fiscale spaarverzekeringen (tak 21, tak 26) en beleggingsverzekeringen (tak 23)
    • Cryptoactiva
    • Buitenlandse valuta (m.i.v. beleggingsgoud)

     

    Meerwaarden

    Belangrijk: de belasting geldt enkel voor meerwaarden die opgebouwd worden na 31 december 2025.

    Voorbeeld: Je onderschrijft in 2020 een tak 23-beleggingsverzekering voor €1.000. Op 31/12/2025 is ze €1.250 waard. Verkoop je in 2026 aan €1.500, dan wordt enkel het verschil tussen €1.500 en €1.250 belast, dus €250. Of je hierop effectief een meerwaardebelasting betaalt, hangt ervan af of je totale meerwaarden in 2026 boven de drempel van €10.000 uitkomen.

     

    Historische meerwaarden

    Ligt de waarde op 31 december 2025 lager dan je oorspronkelijke aankoopprijs? Dan mag je die hogere aankoopprijs alsnog gebruiken, op voorwaarde dat je ze zelf aantoont in je belastingaangifte.

    Voorbeeld: Je koopt in 2020 een tak 23-beleggingsverzekering voor €1.000. Op 31/12/2025 is ze €750 waard. Verkoop je in 2026 aan €950, dan zal je geen meerwaardebelasting betalen. De minwaarde van €50 mag je bovendien in mindering brengen van eventuele andere meerwaarden die in 2026 worden uitgekeerd.

     

    Minwaarden

    Je kunt ook minwaarden aftrekken van meerwaarden die je in hetzelfde jaar realiseert. Dat gebeurt via je belastingaangifte. Historische verliezen van vóór 31 december 2025 tellen niet mee.

    Voorbeeld: Je koopt in 2020 een tak 23-beleggingsverzekering voor €1.000. Op 31/12/2025 is ze €500 waard. Je verkoopt in 2026 aan €400. Dan kan je de minwaarde van €100 enkel aftrekken van andere meerwaarden die je in datzelfde jaar realiseerde.

     

    Geen impact op tweede en derde pensioenpijler

    Goed nieuws voor wie spaart voor zijn pensioen via de tweede of derde pensioenpijler: deze producten blijven buiten schot. Denk aan:

    • Pensioenspaarfondsen en - verzekeringen
    • Langetermijnsparen
    • Groepsverzekeringen
    • Zelfstandige pensioenspaarplannen zoals VAPZ, IPT of POZ

    Zolang je belegt via deze fiscaal ondersteunde pensioenproducten, is er geen meerwaardebelasting verschuldigd. Dat maakt deze spaarvormen aantrekkelijk in vergelijking met andere alternatieven.

     

    Wat met levensverzekeringen in de vierde pijler?

    De zogenaamde vierde pensioenpijler — het vrij sparen bovenop de fiscale plannen — valt wél onder de nieuwe belasting. Denk aan:

    • Tak 23-beleggingsverzekeringen zonder fiscaal voordeel
    • Niet-fiscale tak 21-spaarverzekeringen bij een looptijd van meer dan 8 jaar.

    Bij uitkering van deze producten met meerwaarde na 2025, zal de meerwaardebelasting wel van toepassing zijn. Levensverzekeringen worden daarbij op dezelfde manier behandeld als andere financiële producten die onder de meerwaardebelasting vallen.

    Ook hier geldt: als er roerende voorheffing van toepassing is, krijgt die voorrang en wordt er geen meerwaardebelasting geheven.

     

    Wie int de meerwaardebelasting?

    Bij een verkoop via een Belgische verzekeraar of bank wordt de belasting automatisch afgehouden. Wil je dat vermijden? Dan kun je kiezen voor een opt-out, waarbij jij zelf instaat voor de aangifte. Dit heeft voor- en nadelen:

    Optie

    Voordeel

    Nadeel

    Automatische afhouding

    Je hoeft niets zelf aan te geven en blijft anoniem zolang je de vrijstelling niet claimt.

     

    De ingehouden meerwaardebelasting waarvoor de vrijstelling geldt, moet je terugvragen via je belastingaangifte.

     

     

    Opt-out

    Je kunt de vrijstelling onmiddellijk gebruiken.

    Je moet altijd zelf aangifte doen, ook bij kleine meerwaarden.

    De uitgekeerde meerwaarden worden aan de fiscus gemeld, waardoor er geen sprake is van anonimiteit.

     

    Let op bij erfbelasting en schenkingen    

    Erfgenamen betalen geen meerwaardebelasting op het moment van overlijden. Wel geldt de belasting als ze de geërfde effecten nadien met winst verkopen. In dat geval wordt gekeken naar de waarde op het moment van overlijden als “aankoopprijs”.

    Bij een schenking blijft de oorspronkelijke aankoopprijs van de schenker gelden.

    In beide gevallen is het cruciaal om de waarde van je effecten op 31 december 2025 goed te documenteren.

     

    Wat kan je doen?

    • Bekijk of je je andere spaarinspanningen niet beter (gedeeltelijk) onderbrengt in een fiscaal voordelige formule.
    • Spreid eventuele verkopen van je beleggingen over meerdere jaren om optimaal gebruik te maken van de vrijstelling.
    • Bewaar zeker de bewijsstukken van aankoopwaarde en van de waarde van je bestaande producten op 31/12/2025.
    • Breng de minwaarden in je belastingaangifte van 2027 in als je in 2026 met verlies verkoopt
    • Overweeg een gesprek met je verzekeringsmakelaar of financieel adviseur om je beleggingsstrategie tijdig aan te passen aan deze nieuwe fiscale spelregels.

     

    Deze publicatie biedt algemene informatie en vormt geen persoonlijk advies. De wetgeving rond de meerwaardebelasting is op het moment van schrijven nog niet definitief in regelgeving gegoten en kan nog wijzigen tot de uitvoeringsbesluiten gepubliceerd worden.

     

    Deel dit artikel