Invloed op je wettelijk pensioen
Voor werknemers bij de overheid wordt de loopbaanonderbreking gelijkgesteld met een gewerkte periode op voorwaarde dat de ambtenaar of het contractueel personeelslid voor die periode een onderbrekingsuitkering ontvangt van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Hier moet eveneens een onderscheid gemaakt worden tussen de periode vóór en na 2012.
Tot die datum kon een werknemer van de overheid over zijn hele loopbaan een maximum van 72 maanden loopbaanonderbreking nemen. De eerste 12 maanden werden voor een voltijdse loopbaanonderbreking volledig gelijkgesteld. Een bijkomende periode van 24 maanden kon gelijkgesteld worden voor wie een kind jonger dan zes jaar had. Er konden nog eens 24 bijkomende maanden gelijkgesteld worden voor wie zelf de bijdragen betaalde. Voor een deeltijdse onderbreking werden de maanden verdeeld over verschillende jaren in functie van het type van de onderbreking, dus een halftijdse onderbreking kon gespreid worden over 24 maanden, een onderbreking met één vijfde over 60 maanden.
Sinds 2012 werden de voorwaarden veel strenger. Nu mag de loopbaanonderbreking maximum 60 maanden bedragen, en de gelijkstelling is voor de hele carrière voor een voltijdse of een halftijdse onderbreking beperkt tot 12 kalendermaanden. Bij een onderbreking van één vijfde kan de gelijkstelling over vijf jaren gespreid worden, met een eventuele verlenging met 24 maanden voor wie een kind van minder dan 6 jaar heeft. De regularisatie van een periode door een vrijwillige bijdrage is niet meer mogelijk.
Statutair of contractueel?
Voor de aanvraag van een loopbaanonderbreking zijn er nauwelijks verschillen tussen statutaire ambtenaren en contractuele personeelsleden van de overheid. In beide gevallen bedraagt de maximumduur van de voltijdse of deeltijdse loopbaanonderbreking 60 maanden en moet de opname gebeuren met periodes van minimaal drie maanden en maximaal 12 maanden. Voor de opnamevormen, het in acht nemen van de voorgaande periodes van loopbaanonderbreking en enkele andere punten bestaan er wel verschillen, die duidelijk uitgelegd staan op de volgende pagina.
Bij de Vlaamse overheid
Ook in deze materie heeft de zesde staatshervorming voor de nodige veranderingen gezorgd. Personeelsleden van de Vlaamse overheid hebben nu in de plaats van de loopbaanonderbreking een systeem van zorgkrediet. Dit systeem ging van start op 2 september 2016. Alle periodes die begonnen vóór 02/09/16 vallen bijgevolg onder de vroegere regelgeving en moeten bij de RVA aangevraagd worden. Meer hierover op deze pagina.
En wat met thematisch verlof?
Thematische loopbaanonderbrekingen worden voor personeelsleden van de overheid ook gratis gelijkgesteld in het geval van ouderschaps-, vaderschaps- en adoptieverlof, palliatief verlof en verlof voor medische verzorging van een ziek familielid. Let op: voor Vlaamse ambtenaren en contractuelen blijven de thematische verloven echter wel federaal en moeten dus nog altijd bij de RVA worden aangevraagd. Geen vereenvoudiging.