Hervorming van de pensioenen: het probleem van de gemengde loopbaan

Vroeger betrof dit probleem niet zoveel personen. Toen bleven veel mensen bijna hun hele loopbaan bij dezelfde werknemer, dus met hetzelfde statuut. Dit is lang niet meer het geval. Het aantal actieven met twee, ja zelfs drie statuten gedurende hun carrière, blijft jaarlijks stijgen. Hierdoor krijgen meer en meer mensen te kampen met het probleem van de gemende loopbaan.

Onder elk statuut (ambtenaar, werknemer, zelfstandige) waarin je werkt, bouw je pensioenrechten op.  De afzonderlijke pensioenbedragen samen vormen het totale wettelijk pensioen. 

De eenheid van loopbaan

In december 2013 besliste de toenmalige federale regering om het beginsel van de eenheid van loopbaan te versoepelen. Het principe van de eenheid van loopbaan bepaalde dat een volledige loopbaan (en bijgevolg een volledig pensioen) maximum kon bestaan uit 45 loopbaanjaren. Voortaan wordt het principe gebaseerd op een aantal dagen in plaats van jaren. Eén trimester = 78 dagen, een jaar = 312 dagen, een volledige carrière  = 14.040 loopbaandagen.  Zo kan iemand met onvolledige loopbaanjaren toch een pensioen krijgen van 45 loopbaanjaren.

De gemengde carrière

Dit is zeer belangrijk voor wie een gemengde carrière heeft, dus voor wie in de loop van zijn beroepsleven van statuut veranderd is. Deze personen kunnen voortaan alle gepresteerde dagen laten meetellen voor de berekening van hun toekomstig pensioen. Dit is vooral voor de zelfstandigen interessant, omdat 6 zelfstandigen op 7 een gemengde carrière hebben!

Daarmee zijn echter lang niet alle problemen van de baan. De berekening van het pensioen van mensen die onder twee of drie statuten gewerkt hebben, gebeurt nog altijd moeilijk

Een concreet voorbeeld hiervan is dat sommige mensen door een gemengde carrière geen recht hebben op een minimumpensioen, hoewel ze genoeg jaren gewerkt hebben. Dit is het te wijten aan het feit dat de verschillende pensioenstelsels andere voorwaarden stellen aan het minimumpensioen. Wanneer iemand een minimumpensioen aanvraagt als zelfstandige of werknemer, wordt geen rekening gehouden met de jaren als statutair ambtenaar, en omgekeerd. De Ombudsdienst pensioenen stelt vast dat een aantal gepensioneerden geen minimumpensioen krijgen, alleen door het feit dat ze een gemengde loopbaan hebben

Ook de bedragen van de minimumpensioenen verschillen, ondanks de inspanningen van de regeringen om deze verschillen weg te werken. Een werknemer met een gemengde loopbaan krijgt momenteel een lager minimumpensioen dan een werknemer zonder gemengde loopbaan! 

Hoeveel?

Op mypension.be kan je weten hoeveel je wettelijk pensioen zal bedragen. Dit is een berekening van het bedrag op voorwaarde dat je op dezelfde manier verder werkt tot op de pensioenleeftijd. Meer info lees in je in dit artikel.

bbm_498469769_22.jpg
In dit artikel

    Vandaag hebben de (onderwijs)bonden het werk neergelegd om pensioenmaatregelen, zoals voorgesteld in de supernota van De Wever, te blokkeren. Hoewel overgangsmaatregelen natuurlijk altijd noodzakelijk zijn voor leerkrachten op een boogscheut van hun pensioen, is een volledige afwijzing van de hervormingen niet de oplossing. Het is niet meer van willen, de volgende regering moét de Belgische pensioenen onder handen nemen. In zijn meest recente cijfers voorspelt de Studiecommissie voor de Vergrijzing dat de pensioenuitgaven bij ongewijzigd beleid zullen stijgen van 11.2% van het bbp in 2023 tot 12.3% in 2029 en 13,7% in 2070 (SCvV, 2024). De extra kosten bedragen ruim 14 miljard euro, waarvan ruim 6 miljard nog voor 2030 komen. Dit maakt duidelijk dat snel ingrijpen noodzakelijk is. Stilstand leidt alleen maar tot een nog groter probleem, dat later met nog zwaardere maatregelen zal moeten worden aangepakt. 


    De huidige pensioenregeling legt een steeds zwaardere druk op de samenleving. We werken te kort om daarna te lang van een pensioen te genieten: gemiddeld 34,5 jaar werken om daarna 24 jaar van ons pensioen te genieten (Eurostat 2022). Ter vergelijking: Nederland registreert een gemiddelde loopbaanduur van 43,2 jaar, Duitsland van 39,3 jaar, en Frankrijk van 36,6 jaar. 

    De supernota biedt drie sleutels om dit aan te pakken: 

    1. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must: om de kosten te drukken, moeten we pensioenrechten sterker koppelen aan het aantal gewerkte jaren via een bonusmalus-systeem. Zo kunnen we langere loopbanen stimuleren zonder een harde verplichting op te leggen. Het is hierbij noodzakelijk om pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen gelijk te trekken. Op dit moment krijgen leerkrachten gunstigere voorwaarden (tantièmes) waardoor ze 41-42 jaar moeten werken voor een volledige loopbaan, terwijl werknemers in de privé 45 jaar moeten werken voor lagere pensioenen. Gelijke behandeling, ongeacht het statuut, is een must. Het doel zou moeten zijn dat iedereen 45 jaar werkt. De voorgestelde harmonisering tussen de pensioenstelsels voor werknemers, ambtenaren en zelfstandigen past hierin. Dit is al lang een punt van discussie. Te lang. 

    2. Duidelijker verband tussen arbeid en pensioenopbouw: de afbouw van gelijkgestelde periodes voor brugpensioen, landingsbanen en langdurige werkloosheid is een noodzakelijke maatregel. Mensen moeten gestimuleerd worden om actief te blijven, en deze inactiviteit mag niet langer gelijkstaan aan werk. Dit is uiteraard een moeilijke keuze, maar wel de juiste. 

    3. Hervorm de berekening van de huidige pensioenen: met enkel meer en langer werken, redden we het niet. De regeringsonderhandelaars kijken terecht naar de huidige pensioenen. Hoewel er hier belangrijke stappen worden gezet, zoals bijvoorbeeld het afschaffen van de perequatie, kan de reële groei van de hoogste pensioenen nog verder worden getemperd. Dit zou zorgen voor een eerlijkere verdeling van de lasten tussen jongere en oudere generaties, zonder dat de nominale pensioenen dalen.

    Een oproep tot redelijkheid

    De zorgen van de onderwijsbonden zijn begrijpelijk: niemand wil een hervorming die hun pensioenrechten plots en zonder nuance aantast. Maar hervormingen hoeven niet oneerlijk te zijn. Overgangsmaatregelen kunnen en moeten ervoor zorgen dat mensen de tijd krijgen om zich  aan te passen en aanvullende pensioenpijlers op te bouwen. Wat echter niet kan, is een complete afwijzing van elke hervorming. Zo maken we alleen maar een onmogelijk hoge rekening voor onze jongere generaties die ze op termijn niet meer gaan kunnen betalen. Politieke moed zal nodig zijn om het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Maar pensioenhervorming mag geen taboe zijn. Het is een kans om een eerlijker, duurzamer en realistisch systeem te creëren dat werkt voor iedereen. Laten we die kans grijpen! 


    Martijn Hoogeweegen, CEO van levensverzekeraar NN
    Colin Sanders, wetenschappelijk medewerker, UHasselt en longevity specialist voor NN 
    Bart Chiau, professor faculteit Economie, UGent en verzekeringsexpert van NN

    Deel dit artikel