Huurinkomsten... als verloning

Wie als bezoldigde bedrijfsleider start, moet goed berekenen hoe hij/zij op de interessantste manier verloond wordt. Men kan natuurlijk niet buiten een loon, maar we zagen dat men er alle belang heeft, zichzelf geen te hoog loon toe te kennen.  Als aandeelhouder van je bedrijf heb je natuurlijk recht op dividenden, die ook interessant kunnen zijn. Er bestaan echter nog andere vormen van verloning.

In dit artikel

    Onroerende huurinkomens

    Je eigen onroerend goed aan je vennootschap verhuren is een andere manier om op een fiscaal voordelige manier geld uit je vennootschap te halen. Je kunt bijvoorbeeld een kantoor in je privéwoning verhuren aan je vennootschap. De huur die je vennootschap hiervoor betaalt, is dan immers voor jou een onroerend inkomen, dat in ons land minder zwaar belast wordt dan het beroepsinkomen. Dit onroerend inkomen is gelijk aan de volledige huurprijs + de huurvoordelen. Wat interessant is, is dat je forfaitair 40% kosten mag aftrekken. Dit, in tegenstelling tot het loon als bedrijfsleider, waar je maar 3% kosten forfaitair mag aftrekken.  Om netto hetzelfde bedrag over te houden, zou je vennootschap je dus een veel hoger loon moeten uitbetalen, dan dat huurgeld. Nog een voordeel: dit onroerend inkomen telt niet mee in de berekening van de socialezekerheidsbijdrage. En vergeet niet dat de afbetaling van een lening ook voordelig is voor de belastingen.

    Overdrijf niet...

    Het is echter aangeraden hierin niet te overdrijven. De fiscus heeft inderdaad dezelfde berekening gedaan, en indien te grote sommen aan de vennootschap als huur gevraagd worden, kan een deel van het huurgeld als beroepsinkomsten belast worden. De logica van de belastingadministratie is de volgende. Huurgelden zijn in de vennootschap 100% aftrekbaar. In de personenbelasting wordt men slechts op 60% van de ontvangen huurgelden belast. Er zijn dus meer uitgaven voor de vennootschap, en bijgevolg betaalt de vennootschap minder belastingen. Als een overdreven huur gevraagd wordt, zal een deel van het onroerend inkomen als beroepsinkomen beschouwd worden. De belastingdiensten hebben dit duidelijk omschreven : de door de vennootschap betaalde huur mag niet hoger zijn dan het niet-geïndexeerde kadastrale inkomen van de verhuurde woning, vermenigvuldigd met vijf derde en met de revalorisatiecoëfficiënt. Dit is een jaarlijks geïndexeerde coëfficiënt, die in 2017 4,31 bedraagt.

    ...of draag ervan de gevolgen

    Een herkwalificatie kan voor de bedrijfsleider nare gevolgen hebben. Die bezoldiging wordt belast aan de progressieve tarieven van de personenbelasting (tot 50 %). De sociale bijdragen zullen stijgen en op het deel dat als beroepsinkomen beschouwd wordt, zal ook bedrijfsvoorheffing moeten betaald worden. Door de herkwalificatie van een deel van de huurinkomsten zal je een deel van de aftrekbaarheid van de kosten verliezen.

    Voor gepensioneerde zaakvoerders en bestuurders bestaat er nog een bijkomend risico. Door deze herkwalificatie hebben zij meer inkomsten en riskeren zij de limiet, die zij naast hun pensioen mogen bijverdienen, te overschrijden. Hierdoor kunnen zij een deel van hun pensioen verliezen.

    Het is echter mogelijk om een herkwalificatie te omzeilen, bijvoorbeeld wanneer de verhuur gebeurt door de partner of een gezinslid van de bedrijfsleider, of in het geval van onderverhuring.

    Er bestaan nog andere manieren om geld uit je vennootschap te halen. Wat voor een onroerend goed mogelijk is, is inderdaad eveneens voor roerende goederen mogelijk. Dit gaan we hier zien.

    Deel dit artikel