Alleenstaandenpensioen of gezinspensioen, waar liggen de verschillen?

Wat is een gezinspensioen? En wie kan daarop aanspraak maken? In welk geval?  

bbm_gettyimages-629821936.jpg
In dit artikel

    Alleenstaandenpensioen of gezinspensioen : de verschillen

    Alleenstaanden en feitelijk of wettelijk samenwonenden worden voor het pensioen als alleenstaanden beschouwd en hebben alleen recht op het alleenstaandenpensioen. Dit wordt berekend op basis van de eigen carrière van elk. Samenwonenden hebben, wanneer zij uiteengaan, ook geen recht op een pensioen als uit de echt gescheiden echtgenoot of, als de partner overlijdt, op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering.  Als beide partners een eigen goedgevulde loopbaan hebben en voldoende inkomsten hebben, zal het huwelijk eigenlijk niet veel veranderen. In het tegengestelde geval, kan huwen wel voordelig zijn.

    In bepaalde gevallen kan één van beide partners inderdaad recht hebben op het gezinspensioen.  In die situatie wordt het pensioen van die partner verhoogd met 25%. Dit is het geval wanneer dit verhoogde gezinspensioen hoger ligt dan de som van de twee afzonderlijke alleenstaandenpensioenen. Dit zal voornamelijk het geval zijn wanneer één van beide echtgenoten een zeer laag pensioen heeft, bijvoorbeeld omdat die weinig of niet gewerkt heeft.  De voorwaarden hiervoor zijn dus de volgende: 1) gehuwd zijn; 2) de tweede partner heeft geen beroepsinkomen of een beroepsinkomen dat lager ligt dan de grens van de toegelaten activiteit; 3) het pensioen van de tweede partner ligt lager dan het verschil tussen 1,25 X het pensioen van de eerste partner en het bedrag van dit pensioen. Met andere woorden, het pensioen van de tweede partner ligt lager dan een kwart van het pensioen van zijn/haar partner.  Bij de pensionering wordt dit door de pensioenkas automatisch onderzocht en krijgt het koppel het hoogste pensioen. 

    Wanneer de gehuwden het gezinspensioen ontvangen, wordt het pensioen van de andere partner :

    • ofwel opgeschort. Deze partner mag dan wel geen werkloosheids- of ziekte-uitkering ontvangen. Een beroepsactiviteit is voor deze persoon wel toegelaten, op voorwaarde dat deze activiteit niet meer opbrengt dan bepaalde grensbedragen.
    • ofwel uitbetaald en afgetrokken van de gezinspensioen. Een beroepsactiviteit is voor deze persoon wel toegelaten, op voorwaarde dat deze activiteit niet meer opbrengt dan bepaalde grensbedragen.

    Deze brutogrensbedragen liggen voor 2021 op jaarbasis :

    •  voor beide partners, die jonger zijn dan 65 jaar (zonder volledige loopbaan) :
      • zonder kinderen ten laste, op 6.797 EUR (zelfstandige) of 8.496 EUR (werknemer, ambtenaar of mandaat),
      • met kinderen ten laste, op 10.195 EUR (zelfstandige) of  12.744 EUR (werknemer, ambtenaar of mandaat).
    • voor de partner ten laste die 65 jaar is of ouder:
      • zonder kinderen ten laste, op 19.632 EUR (zelfstandige) of 24.540 EUR (werknemer, ambtenaar of mandaat),
      • met kinderen ten laste, op 23.880 EUR (zelfstandige) of  29.850 EUR (werknemer, ambtenaar of mandaat).
    • voor de partner die niet ten laste is en die 65 jaar is of ouder, of 45 jaren gewerkt heeft bij aanvang van zijn rustpensioen.

     

     

    Een uitzondering voor ambtenaren

    Dit gezinspensioen bestaat echter niet in het pensioenstelsel van de ambtenaren. Een gepensioneerde ambtenaar zal dus altijd een volledig pensioen ontvangen, ook al heeft zijn partner geen eigen pensioen. Het alleenstaandenpensioen van de ambtenaar zal echter wel verhoogd kunnen worden, indien dit pensioen de grens van het minimumpensioen niet haalt. 

    De Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

    Opgelet, de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is een andere zaak: dit is een uitkering die toegekend wordt aan bejaarde personen van ten minste 65 jaar (vanaf 2025, 66 jaar, en vanaf 2030, 67 jaar) die niet over voldoende financiële middelen beschikken. Tot 2001 heette dit het 'gewaarborgde inkomen'. Voor de berekening van dit inkomen worden wettelijk samenwonenden wel degelijk gelijkgeschakeld met gehuwden. Het wettelijk samenwonen kan dus in dit geval wel leiden tot een herziening van de Inkomensgarantie voor Ouderen, omdat rekening gehouden wordt met de bestaansmiddelen van alle personen die onder hetzelfde dak wonen.

    Om recht te hebben op de Inkomensgarantie voor ouderen zijn er strikte voorwaarden:

    • je moet Belg zijn, of in een gelijkgestelde situatie (je bent bijvoorbeeld onderdaan van een land van de Europees Economische Ruimte (de EU-lidstaten + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland)) ;
    • je moet je hoofdverblijfplaats in België hebben ;
    • je moet minstens 65 jaar zijn  (vanaf 2025, minstens 66 jaar, en vanaf 2030, minstens 67 jaar) ;
    • je hebt financiële middelen die per maand lager liggen dan :
      • 1 207,88 EUR voor alleenstaanden (op 01.07.2021 aan index 147,31);
      • 805,25 EUR voor samenwonenden (op 01.07.2021 aan index 147,31).

    Voor wie de Britse nationaliteit had en reeds vóór 1 januari 2021 de IGO ontving, verandert er niets. Wie de Britse nationaliteit heeft en na 1 januari 2021 de IGO aanvraagt, moet aan de voorwaarden voldoen die gelden voor onderdanen van landen buiten de E.E.R., behalve indien hij/zij al eerder onderworpen was aan de wetgeving van een lid van de Europese Gemeenschap.

    Meer weten over pensioensparen?

    Deel dit artikel